Na de sloop van het Kapucijnenklooster en haar kerk in 2022 bleef enkel de kapittelzaal overeind als stille getuige van een rijk verleden. Vandaag krijgt deze ruimte een nieuwe toekomst als polyvalente ontmoetingsplek voor bewoners en personeel van het woonzorgcentrum dat er reeds gehuisvest is. Een ingetogen nieuwbouw biedt de nodige ondersteuning zonder het karakter van de historische zaal aan te tasten. De ingreep brengt erfgoed, zorg en toegankelijkheid op een toekomstgerichte manier samen en dit bovendien volgens de basisprincipes van circulair (ver)bouwen.
Opdrachtgever: ’t Pandje vzw, IzegemOpgeleverdIn samenwerking met: Herbé, Buro Groen
Het kapittelzaaltje maakte vroeger deel uit van het Kapucijnenklooster in Izegem. Dit klooster werd eind 19de eeuw opgericht op initiatief van de plaatselijke pastoor, met als doel een nieuw parochiaal centrum op te richten in het licht van de snelle bevolkingsgroei. In de jaren 1980 kreeg het klooster een nieuwe invulling als opvangcentrum voor zorgbehoevende en demente ouderen, onder de naam “Het Pandje”. Ook het vormings- en bezinningscentrum “De Harp” vond er onderdak.
Geleidelijk aan werden delen van de kloostersite gesloopt, met een eerste fase in 2012, gevolgd door verdere afbraak in 2019 en uiteindelijk in 2022. Enkel de kapittelzaal bleef behouden, en dit dankzij zorgaanbieder ’t Pandje wie sinds 2016 eigenaar is en van bij het begin pleitte voor het behoud van deze ruimte. De zaal bood volgens hen op termijn een belangrijke meerwaarde voor het woonzorgcentrum én de ruimere gemeenschap. Gelijk hadden ze!
De herbestemming kreeg intussen vorm als een polyvalente zaal waar onder meer lezingen, opleidingen en kleinschalige bewonersfeesten zullen plaatsvinden. Erfgoed en Visie (voorheen bow architecten) werd aangesteld voor het ontwerp, Herbé voerde het voorbereidende herbestemmingsonderzoek uit. Het ontwerp respecteert het historische karakter van de kapittelzaal en brengt deze terug in haar oorspronkelijke staat, met inachtneming van alle huidige normen op vlak van toegankelijkheid en comfort. Een nieuwe, sobere aanbouw voorziet in de noodzakelijke ondersteunende functies: een ruime foyer, sanitair, een huishoudelijke keuken en een berging met technische installaties.
Het project besteedt ook aandacht aan een zorgvuldig vormgegeven buitenruimte. Centraal in de tuinzone wordt een zitbank geïntegreerd dat zal fungeren als rustpunt in het groene geheel. Nieuwe bomen worden strategisch aangeplant om extra geborgenheid en schaduw te creëren. Daarnaast wordt een karrespoor aangelegd vanaf de toegangsweg naar de voorzijde van de foyer. Hier wordt een opstelplaats voorzien voor een foodtruck, wat mogelijkheden biedt voor kleinschalige evenementen of informele ontmoetingen.
De kapittelzaal wordt gerenoveerd en teruggebracht naar de oorspronkelijke staat, rekening houdend met energie-eisen en toegankelijkheidsnormen. De nieuwe aanbouw blijft bewust laag en bescheiden opdat het historische volume haar visuele dominantie behoudt. De oorspronkelijke toegangen op de kopgevel blijven behouden. De nieuwbouw wordt gerealiseerd in een lichte houtskeletstructuur, afgewerkt met crème-witte geprofileerde stalen platen, en staat volledig los van zowel de kapittelzaal als de bestaande hoogspanningscabine, zowel qua energievoorziening als structurele draagkracht.
In het herbestemmingsontwerp werd sterk ingezet op drie kernprincipes van circulair (ver)bouwen: hergebruik, demonteerbaarheid en het gebruik van hernieuwbare materialen. Diverse bouwelementen uit de gesloopte Paterskerk die op initiatief van ’t Pandje gerecupereerd werden, kregen een tweede leven in en rond de vernieuwde kapittelzaal. Zo werden voor de restauratie van de gevels bakstenen van de gesloopte kerk hergebruikt en siert een arduinen kruis uit de oorspronkelijke nok nu opnieuw het dak. Sommige elementen kregen ex situ een nieuwe bestemming. De voormalige klokkentoren werd herplaatst in de nieuwe groenzone en verschillende steunpilaren werden door de sloopaannemer gerecupereerd voor hergebruik elders.
Duurzame energievoorziening wordt verzekerd via een combinatie van zonnepanelen, een groendak en lucht-lucht warmtepompen. Demonteerbaarheid werd consequent toegepast in ontwerp en uitvoering. De nieuwbouw is immers opgebouwd uit een lichte, demontabele houtstructuur, met geprofileerde stalen platen aan de buitenzijde en geschroefde houten beplating binnenin. Ook de nieuwe dak- en vloerpakketten in de kapittelzaal zijn omkeerbaar ontworpen, onder andere dankzij het gebruik van schelpen als vochtwerende én thermisch isolerende laag. De keuze om de technische ruimte, keuken en sanitaire voorzieningen onder te brengen in de nieuwe foyer garandeert maximale flexibiliteit van de kapittelzaal zelf. Ook de technieken en de aanbouw zijn aanpasbaar opgevat.
De klimatisatie van zowel zaal als aanbouw gebeurt fossielvrij via warmtepompen. De aanbouw is voorzien van een groendak en het omliggende terrein van wadi’s om regenwater maximaal lokaal te bufferen.
Dit project werd opgestart door bow architecten, sinds 2024 onderdeel van Erfgoed en Visie.