Aan de oevers van de Schelde in Bornem ligt het neoclassicistische paviljoen De Notelaer, oorspronkelijk onderdeel van het kasteeldomein van de hertogen d’Ursel. Met zijn idyllische ligging en rijke geschiedenis vormt het vandaag een unieke plek waar erfgoed, natuur en beleving samenkomen.
Opdrachtgever Stichting Kempens Landschap Gerealiseerd in 2025 In samenwerking met: Exergie, Profex
Het paviljoen werd tussen 1790 en 1794 gebouwd in opdracht van hertog Wolfgang-Willem d’Ursel, als een representatief buitenverblijf en rustpunt tijdens jachtpartijen. De neoclassicistische architectuur weerspiegelt de verlichte ideeën van die tijd, met een symmetrisch grondplan, monumentale koepelzaal en verfijnde interieurdecoratie. Vanaf de 19de eeuw verloor het paviljoen geleidelijk zijn functie binnen het kasteeldomein. In 1984 kreeg het een eerste publieke invulling als cultureel trefpunt. In 2016 en 2018 werd het formeel in erfpacht genomen door Stichting Kempens Landschap en de gemeente Bornem, wat de weg vrijmaakte voor een duurzame herbestemming. Erfgoed & Visie werd aangesteld om het restauratieproces en de herbestemming te begeleiden, met aandacht voor erfgoedzorg, toegankelijkheid en beleving.
De restauratie van het paviljoen werd grondig voorbereid via een reeks vooronderzoeken. Urgente werken aan het schrijnwerk van het ronde salon werden eerst aangepakt, om verdere schade aan de waardevolle parketvloer te voorkomen. In een latere fase volgde de volledige restauratie van het interieur.
Een materiaaltechnisch onderzoek werd uitgevoerd, waarbij via stratigrafische proefvensters opeenvolgende verf- en afwerkingslagen in kaart werden gebracht. Dit werd aangevuld met een comparatief historisch kleuronderzoek. Voor ruimtes en elementen waarvan enige historische gegevens met betrekking tot de oorspronkelijke afwerking ontbraken, werd op basis van stijlkenmerken en esthetische voorkeuren uit de bouwperiode een historisch passend afwerkingsvoorstel uitgewerkt. Voor de twee ‘petit salons’ naast de monumentale koepelzaal werd gekozen voor een verfijnd palet van subtiele blauw- en groentinten. Op die manier sluiten de ruimtes opnieuw aan bij het historische kleurgebruik, zonder de visuele beleving en impact van de aangrenzende koepelzaal te verstoren.
Het ronde salon, met zijn decoraties van muzen, sfinxen, griffioenen en goden, bleef namelijk het pronkstuk. De parketvloer, een zeldzaam voorbeeld van ‘bois de couleur’, bestaat uit een geometrisch patroon met maar liefst acht houtsoorten, waaronder esdoorn, rozenhout, ebbenhout en wengé. De plafondschilderingen zijn van de hand van de Doornikse schilder Antoine Plateau, met zeldzame ‘Arabesques’ die in België nauwelijks nog voorkomen. Al deze oorspronkelijke afwerkingen werden maximaal en met veel zorg hersteld.
Het domein wordt betreden via een historische kasseiweg die volledig werd heraangelegd om zowel zijn erfgoedwaarde te bewaren als de toegankelijkheid van het domein te verbeteren. Onder de kasseien werd een drainagesysteem voorzien om het overtollige water uit dit moerassige poldergebied af te voeren. Parallel aan de weg werd een platinepad aangelegd voor rolstoelgebruikers en mensen met beperkte mobiliteit. Vlak na de toegangspoort voorzag men een discreet ingeplante parkeerzone in halfverharding, met een specifieke fundering om te voldoen aan de zachte bodemgesteldheid.
Onder het label ‘Notelaer 2.0’ kreeg het domein een toekomstgerichte invulling waarin erfgoed, recreatie en natuur samengaan. Het oorspronkelijke paviljoen werd heringericht tot luxueus vakantielogies voor zes personen, met behoud van de historische indeling. De nieuwe inrichting vormt een subtiele dialoog tussen verleden en heden, met hedendaagse toevoegingen die zorgvuldig afgestemd zijn op de historische context.
Aan de rand van het domein kwam een nieuw onthaal- en horecagebouw: Zaal Flore, genoemd naar de oorspronkelijke opdrachtgeefster. Het omliggende landschapspark met poëziepad en bosleerpad maakt de beleving compleet en nodigt uit tot rust, verwondering en ontdekking.