De tunnels in de Rupelstreek, vergeten erfgoedparels uit de tijd van de baksteenindustrie, krijgen nieuw leven ingeblazen via een restauratieproject dat erfgoedbehoud verbindt met duurzame mobiliteit en ruimtelijke samenhang, en zo de regio versterkt als voorbeeld van verleden dat de toekomst mee vormgeeft.
RupelstreekStad Antwerpen Gerealiseerd in 2017
De Rupelstreek, een regio rijk aan industriële geschiedenis, herbergt meer dan vijftig verborgen tunnels die dateren uit de tijd van de bloeiende baksteenindustrie. Deze tunnels, gelegen onder straten zoals de Nielse-, Boomse- en Kapelstraat, evenals onder spoorlijnen, vormden een essentieel onderdeel van het transport van klei en bakstenen tussen de kleiputten en steenbakkerijen. Aangelegd vanaf de negentiende eeuw, waren de tunnels een ingenieuze oplossing om de klei efficiënt te vervoeren zonder de obstakels van wegen en spoorlijnen te hoeven beklimmen.
Tegenwoordig zijn deze tunnels grotendeels in vergetelheid geraakt, maar dankzij recente inspanningen van lokale werkgroepen zijn enkele tunnels gerestaureerd en opnieuw toegankelijk gemaakt voor fietsers en wandelaars. Het natuurgebied Walenhoek in Niel, waar ooit kleiputten lagen, biedt een fascinerende blik op deze industriële infrastructuur en het omringende landschap, waarin de sporen van de baksteenproductie nog steeds zichtbaar zijn.Dit project, uitgevoerd in samenwerking met de gemeentebesturen van Hemiksem, Schelle, Niel, Rumst en Boom, had als doel de restauratie en heropening van deze tunnels te onderzoeken in het kader van duurzame mobiliteit en ruimtelijke samenhang.In het kader van het strategisch project gebiedsprogramma Rupelstreek is een uitgebreide inventarisatie van de historische tunnels uitgevoerd, gevolgd door een technische en financiële haalbaarheidsstudie. Deze studies waren gericht op het behoud van erfgoed en het creëren van bovenlokale verbindingen die de ruimtelijke samenhang in de Rupelstreek versterken en bijdragen aan een duurzamer mobiliteitsnetwerk.
De historische tunnels, die vroeger werden gebruikt voor het transport van klei en bakstenen tussen de kleiputten, droogloodsen en ovens aan de Rupel, zijn zorgvuldig in kaart gebracht. Dit erfgoed, dat ooit een onmisbare schakel vormde in de lokale industrie, biedt nu nieuwe kansen voor hedendaagse toepassingen zoals fiets- en voetgangersverbindingen.De uitgevoerde inventarisatie bracht gedetailleerde informatie aan het licht over de locatie, eigendom, bouwtechnische staat en historische betekenis van de tunnels. Ook werden er gedetailleerde kaarten gemaakt die de verschillende tunnels in de regio tonen. Deze inventaris vormde de basis voor de daaropvolgende technische en financiële haalbaarheidsstudie, die de mogelijkheden onderzocht voor het restaureren, renoveren en heropenen van de tunnels.
De haalbaarheidsstudie toonde aan dat een aantal tunnels technisch en financieel haalbaar is om te restaureren en opnieuw in gebruik te nemen. Dit opent de deur naar het herbestemmen van deze historische infrastructuur als fiets- en wandelroutes, wat niet alleen bijdraagt aan de verduurzaming van de mobiliteit in de streek, maar ook de ruimtelijke samenhang versterkt.De uitvoering van dit project markeert een belangrijke mijlpaal in de voortdurende ontwikkeling van de Rupelstreek. De herwaardering van de historische tunnels draagt bij aan een meer verbonden en duurzame regio, waarin verleden en toekomst elkaar ontmoeten.