In het hart van Wijnegem ligt de historische Jan-Vlemincktoren, een eeuwenoud bouwwerk dat in de loop der jaren zijn oorspronkelijke functie en glorie verloor, maar dankzij een recente restauratie weer in ere is hersteld.
Turnhoutsebaan 387 2110 Wijnegem Lokaal bestuur Wijnegem Gerealiseerd in 2021 In samenwerking met: Triconsult nv, KIK/IRPA, Tecon-groep bv., IGEAN
De Jan-Vlemincktoren bevindt zich in het openbaar park ‘Wijnegemhof’ in het centrum van de gemeente Wijnegem. Het gebouw maakte deel uit van een U-vormig neerhof dat toebehoorde aan een 16de-eeuws waterkasteel. Zowel het kasteel als delen van het neerhof werden in de loop der tijd afgebroken wat maakt dat de Vlemincktoren nog het enige overblijfsel is van de oorspronkelijke kasteelsite. De Vlemincktoren gaat in oorsprong met andere woorden terug tot de 16de eeuw en kende in de 19de eeuw haar grootste verbouwingsfase. Het park werd in die periode omgevormd tot een Engels landschapspark waarbij het gebouw verbouwd werd tot een soort ‘romantische folie’ waarbij het haar huidige, neogotische uitzicht kreeg. In 1978 werd de Jan-Vlemincktoren beschermd als monument. Het gebouw maakt eveneens deel uit van het beschermd cultuurhistorisch landschap ‘Domein Wijnegemhof met omgeving’ (beschermd sinds 1977). Na eeuwen van verval werd in 2019 een grootschalige restauratie gestart om de stabiliteit en historische waarde van het gebouw veilig te stellen. Deze restauratie heeft als doel het behoud van de erfgoedwaarden en de historische evolutie van het gebouw, terwijl het tevens wordt voorbereid voor een duurzame toekomst als kantoor- en polyvalente ruimte.
De restauratie van de Jan-Vlemincktoren werd noodzakelijk geacht na een stabiliteitsonderzoek door Triconsult nv, waaruit bleek dat de bouwfysische toestand van het gebouw in slechts tien jaar tijd sterk was verslechterd. Er was een reëel risico op instorting van structurele elementen, wat leidde tot dringende interventies. Naast het stabiliteitsonderzoek werd er ook dendrochronologisch onderzoek uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK), waaruit bleek dat de houten dak- en vloerstructuur van de toren dateert uit de jaren 1549-1551. Ondanks eerdere herstellingen in 1871 is deze structuur zeer waardevol en werd tijdens de restauratie zoveel mogelijk van het oorspronkelijke materiaal behouden.
De restauratie richtte zich op het behoud van de verschillende bouwfases en stijlen van het gebouw, waarbij zowel de 16e-eeuwse bak- en zandsteenstijl als de 19e-eeuwse neogotiek werden gerespecteerd. De oost- en zuidgevel van de hoofdvleugel behielden hun 16e-eeuwse karakter, terwijl de overige gevels een 19e-eeuwse bepleistering kregen. De toren, met zijn karakteristieke 19e-eeuwse trompe l’oeilschildering, werd geconsolideerd en gerestaureerd, waarbij het doel was om de historische schildering zo homogeen mogelijk leesbaar te maken.
Binnenin de toren en het bijbehorende gebouw bleef de oorspronkelijke ruimte-indeling grotendeels behouden. Historische elementen zoals laatgotische haarden en kalkwelfselplafonds werden gerestaureerd met oorspronkelijke materialen en technieken, terwijl in ruimtes waar weinig historisch materiaal aanwezig was, moderne materialen werden gebruikt die aansluiten bij het historische karakter.
Om het gebouw energiezuinig te maken, werden vloeren geïsoleerd, daken langs de binnenzijde geïsoleerd om de gebogen vorm te behouden, en werd nieuw buitenschrijnwerk geplaatst. De verwarmings- en ventilatiesystemen werden geoptimaliseerd met behulp van een elektrische warmtepomp en LED-verlichting.